Bij de lokale VVV een plattegrond bemachtigd met daarop de locaties met de highlights van ’t dorp. Stellenbosch is een schattig oudhollandse dorpje overwegend wit stucwerk en deels rietgedekt. Al snel kom ik langs het VOC Kruithuis uit 1777. Een ommuurd gebouwtje met twee kanonnen voor de deur. Het heeft iets van een klein kerkje weg, met kleine ramen. Dan het plein over langs kerk Die Braak om via het stadhuis en de bibliotheek bij het Dorpmuseum te belanden. Het Dorpmuseum is een huizenblok dat ingericht is naar de tijd waaruit ze stammen. In elk huis staat een dame in klederdracht voor een korte toelichting. De tijdreis begint bij het Schreuderhuis uit 1709. Dan door de groentetuin naar het Blettermanhuis uit 1789. Bletterman was de laatste ‘landdros’ (heemraad) van Stellenbosch aangesteld door de VOC. Zijn dochter trouwde later met C.L. Neethling, de bouwer van het volgende huis. Het Grosvenorhuis stamt uit 1803. Tot slot het huis van O.M. Bergh uit 1850. Een mooie tijdreis.
Iets verderop ligt de botanische tuin van de Universiteit van Stellenbosch. Deze oude tuin is opengesteld voor publiek en heeft een zeer uitgebreide collectie bomen en planten. Doordat er overal paadjes tussendoor lopen en bordjes bij de planten staan, kun je hier aardig grasduinen in de schaduw.
Oom Samie Se Winkel is een lokaal begrip. Deze oude winkel verkoopt nog steeds van alles en nog wat, oud en nieuw, en heeft de uitstraling van een volgepakte winkel van weleer.
De volgende ochtend nog even het Rupert Museum met fraaie kunst meegepakt.
Ook zonder de bekende wijn-tours is Stellenbosch de moeite waard. Een leuk detail in de straten zijn nog wel de open goten die het regenwater opvangen om later voor de bewatering van de druiven gebruikt te worden.
